Bewegen

“Kinderen spelen vaker dagelijks buiten, maar zijn minder vaak lid van een sportclub"

Bewegen

Beweegrichtlijn Voldoende bewegen is belangrijk om een gezond gewicht te behouden. Daarnaast geeft bewegen ook energie, verkleint het de kans op verschillende ziektes, maakt het kinderen stressbestendiger en bevordert het de slaap. Een kind van 4 jaar of ouder heeft per dag minimaal 1 uur matige tot intensieve beweging nodig. Daarnaast is de richtlijn om minimaal 3x per week spier- en botversterkende activiteiten te doen, zoals hardlopen en springen [10]. Slechts vier op de tien kinderen (4 tot 12 jaar) beweegt of sport minstens 1 uur per dag. Kinderen van 4 tot 8 jaar bewegen vaker minstens 1 uur per dag dan kinderen van 8 tot 12 jaar.

Ongeveer 10% van de ouders geeft aan dat hun kind meer beweegt door de coronaperiode, maar een bijna even groot deel geeft aan dat hun kind juist minder beweegt (7%). Minder bewegen komt het meest voor bij kinderen tussen de 8 en 12 jaar: 13%.

Beeldschermgebruik Teveel beeldschermgebruik hangt samen met verschillende gezondheidsaspecten, zoals overgewicht en kortere slaapduur [11]. 1 op de 3 kinderen kijkt veel (meer dan 14 uur per week) naar een beeldscherm (tv, computer, tablet of mobiel). Dit loopt op van 7% bij de jongste kinderen (0 tot 4 jaar) tot 54% bij de oudste kinderen (8 tot 12 jaar). Kinderen uit lage SES-gezinnen (39%) kijken vaker veel naar een beeldscherm dan kinderen uit midden/hoge SES-gezinnen (29%). Vergeleken met 2017 (26%) kijken kinderen in 2021 vaker (30%) veel naar een beeldscherm. Veel dichtbij kijken, is slecht voor de ogen. Daarom is de 20-20-2 regel bedacht. Ongeveer 61% van de ouders geeft aan bekend te zijn met de 20-20-2 regel. Ouders van oudere kinderen zijn vaker bekend met deze regel.

Ongeveer een kwart van de ouders van 8- tot 12-jarigen geeft aan dat het gebruik van sociale media is toegenomen door de coronaperiode. Ook geeft een kwart van de ouders van 8- tot 12-jarigen aan dat zij meer online games spelen. Onder jongere kinderen (4 tot 8 jaar) liggen deze percentages rond de 6-8%.
Basisschool St. Pancratius uit Brummen heeft het vignet Bewegen en Sport: “Leerlingen van onze school bewegen niet alleen tijdens de gym of in de pauze op het plein, maar ook in de klas. Wij gebruiken bewegend leren tijdens onze lessen of als onderbreking van de lessen om concentratie, focus en motivatie te verhogen bij onze leerlingen. Tevens wordt het gebruikt als middel om lesstof te verwerken, automatiseren en herhalen. Leerlingen zijn hier enorm enthousiast over en ook onze leerkrachten zien positieve resultaten van het bewegend leren in de klas. Ons schoolplein ondergaat momenteel een metamorfose tot groen speelplein. Wij halen dan letterlijk buiten naar binnen met een buiten lokaal, een moestuin, fruitbomen en een rekenplein. Leerlingen kunnen spelen en ontdekken met water door onze net aangelegde waterpomp en klimmen en klauteren op de zandbult of de nieuwe natuurlijke rekstokken.”

Buitenspelen 37% van de 2- tot 12-jarigen speelt dagelijks buiten. Dit is toegenomen ten opzichte van 2017 (32%). Jongere kinderen spelen vaker buiten dan oudere kinderen. Ook spelen jongens vaker buiten dan meisjes. Ouders noemen deze belemmeringen om in de buurt buiten te spelen het vaakst: kind is nog te jong om (alleen) buiten te spelen, er zijn te weinig vriendjes/vriendinnetjes en er zijn te weinig speelplekken. Lidmaatschap sportclub of -vereniging 67% van de kinderen (4 tot 12 jaar) is lid van een sportclub of -vereniging. Dit is lager dan in 2017 (71%). Oudere kinderen zijn vaker lid van een sportclub of -vereniging dan jongere kinderen. Verder zijn kinderen uit lage SES-gezinnen minder vaak lid van een sportclub of -vereniging. 47% van de kinderen (2 tot 12 jaar) sport minstens 2 keer per week bij een club of vereniging (zie figuur). Onder de oudere kinderen (8 tot 12 jaar) is dit het hoogst met 65%. Kinderen uit lage SES-gezinnen en meisjes sporten minder vaak minimaal twee keer per week bij een club/vereniging. Twee op de drie kinderen (4 tot 12 jaar) heeft zijn of haar zwemdiploma A behaald. Nog eens 19% is daar nu mee bezig en 9% staat op de wachtlijst. Bijna 97% van de oudere kinderen (8 tot 12 jaar) heeft zijn of haar zwemdiploma behaald. Onder 4- tot 8-jarigen is dit ongeveer 1 op de 3.

Aan de slag Het Loket Gezond Leven van het RIVM biedt voor meerdere thema’s overzichten van erkende interventies; interventies die voldoen aan criteria voor succesvol en effectief werken aan gezonde leefstijl. In het overzicht van het thema Sport en Bewegen, staat bijvoorbeeld de interventie Nijntje Beweegdiploma. Nijntje Beweegdiploma wordt op meerdere plaatsen in Noord- en Oost-Gelderland aangeboden door sportclubs en kinderopvang. Peuters en kleuters van 2 tot 5 jaar kunnen in de lessen naar hartenlust balanceren, rollen, huppelen, klauteren, springen, zwaaien, vangen, gooien en schoppen. Zo leren zij al jong om op een speelse en verantwoorde manier te leren bewegen.

In de praktijk De Gezonde School Adviseurs van de GGD ondersteunen scholen om planmatig én structureel te werken aan gezondheid én een gezonde leefstijl van leerlingen. Er zijn 10 gezondheidsthema’s waaraan P(S)O scholen kunnen werken en voor 5 daarvan kunnen scholen een Gezonde school vignet behalen. Het vignet Bewegen en sport is het vaakst behaald in Noord- en Oost-Gelderland (28 scholen), gevolgd door het vignet Voeding (23 scholen) en het vignet Welbevinden (20 scholen). Overigens kunnen scholen ook zonder een vignet te halen veel aandacht besteden aan de gezondheidsthema’s.