Mentale gezondheid

“1 op de 5 kinderen heeft een (matig) verhoogd risico op psychosociale problemen”

Mentale gezondheid

Psychosociale problemen Psychosociale gezondheid is gemeten met de SDQ. Hieruit blijkt dat 21% van de kinderen (4 tot 12 jaar) een (matig) verhoogd risico heeft op psychosociale problemen. Dit percentage is stabiel gebleven ten opzichte van 2017. Jongens (24%) hebben vaker dan meisjes (19%) een (matig) verhoogd risico op psychosociale problemen. Verder hebben kinderen in de oudste leeftijdsgroep en kinderen uit lage SES-gezinnen ook vaker een (matig) verhoogd risico op psychosociale problemen. Daarnaast zien we dat een (matig) verhoogd risico op psychosociale problemen vaker voorkomt bij kinderen van ouders met problemen, zoals moeite met rondkomen, psychische problemen, (echt)scheiding of problemen met werk(loosheid) (zie figuur).

Hoewel het percentage kinderen met een (matig) verhoogde kans op psychosociale problematiek ten opzichte van 2017 niet lijkt te zijn veranderd, zijn er wel signalen dat de coronaperiode impact heeft op de mentale gezondheid van kinderen. Zo geeft 13% van de ouders aan dat hun kind zich somberder, eenzamer of banger voelt door de coronaperiode. Ouders van oudere kinderen en meisjes geven dit vaker aan.

Weerbaarheid en veerkracht Kinderen die weerbaar zijn, kunnen goed hun grenzen aangeven. Ze durven voor zichzelf op te komen, maar ook steun te zoeken [7]. Van de 4- tot 12-jarigen is 61% volgens hun ouders meestal weerbaar. Dit is iets hoger dan in 2017 (58%). Een derde van de ouders vindt hun kind soms weerbaar en 6% vindt hun kind (meestal) niet weerbaar. De meeste kinderen praten met een ouder of iemand anders als er zorgen of problemen zijn, maar 8% doet dit (meestal) niet. Verder hebben we ouders gevraagd naar de veerkracht van hun kind. Bijna 90% van de ouders van 4- tot 12-jarigen geeft aan dat hun kind lekker in zijn of haar vel zit. Ruim driekwart van de ouders geeft aan dat hun kind meestal goed is in het bedenken van een oplossing bij problemen. En 58% van de ouders geeft aan dat hun kind goed kan omgaan met onverwachte problemen. Pesten 27% van de 4- tot 12-jarigen is in de afgelopen 3 maanden gepest. Bij een kwart van de gepeste kinderen gebeurde dit meer dan 2 keer per maand. Het percentage kinderen dat is gepest, is iets gedaald in vergelijking met 2017 (31%). Oudere kinderen worden vaker gepest dan jongere kinderen. Het pesten gebeurt vooral op school (86%) en in de buurt (15%). Ongeveer 1% van de ouders geeft aan dat hun kind gepest wordt via sociale media en/of Whatsapp. Ouders maken zich iets minder zorgen over pesten dan in 2017 (van 9% naar 7%). Mantelzorg Een ziek of verslaafd gezinslid kan taken en verantwoordelijkheden met zich meebrengen die niet passen bij de leeftijd en ontwikkeling van een kind. Deze kinderen worden ook wel jonge mantelzorgers genoemd. Het percentage kinderen (8 tot 12 jaar) dat mantelzorg verleent is sinds 2017 sterk toegenomen: van 3% naar 9%.

Ingrijpende gebeurtenissen Ingrijpende gebeurtenissen zoals een (echt)scheiding of een ziek gezinslid kunnen belemmerend zijn voor de ontwikkeling van kinderen. Bijna de helft (49%) van de kinderen heeft in hun leven een gebeurtenis meegemaakt die ingrijpend kan zijn. Dit is lager dan in 2017 (52%). Hoewel minder kinderen ingrijpende gebeurtenissen hebben meegemaakt ten opzichte van 2017, geven deze gebeurtenissen wel vaker dan in 2017 nog problemen of zorgen voor het kind. In 2021 ervaart de helft van de kinderen die een ingrijpende gebeurtenis heeft meegemaakt nog problemen of zorgen daardoor. In 2017 was dit ongeveer een kwart. Kinderen van ouders met een lage SES hebben vaker een ingrijpende gebeurtenis meegemaakt en hebben hier vaker nog zorgen of problemen door dan kinderen van ouders met een gemiddelde of hoge SES. (Echt)scheiding 8% van de kinderen heeft te maken gehad met een (echt)scheiding van de ouders. Dit loopt op van 4% bij de jongste kinderen (0 tot 4 jaar) tot 12% bij de oudste kinderen (8 tot 12 jaar). 11% van de gescheiden ouders geeft aan dat er sprake is van een vechtscheiding en 23% geeft aan dat de scheiding niet makkelijk gaat. Bijna de helft van de kinderen, die een (echt)scheiding van de ouders heeft meegemaakt, heeft daar nu (nog) zorgen of problemen door. Het percentage kinderen dat te maken heeft gehad met een (echt)scheiding van de ouders is stabiel gebleven t.o.v. 2017.

Aan de slag Gemeenten kunnen een rol spelen als het gaat om (het voorkomen van) relatie- en scheidingsproblematiek. De handreiking Scheiden zonder Schade biedt gemeenten concrete voorbeelden over zes thema’s, zoals Preventie & vroegsignalering en Integrale samenwerking & netwerkvorming. Deze handreiking is een vervolg op handreiking 'Hoe kunnen gemeenten scheidende ouders en hun kinderen helpen?'

In de praktijk Kinderen leren praten over hoe ze zich voelen en aan de bel te trekken als zij hulp nodig hebben, kan hun veerkracht en weerbaarheid versterken en pesten verminderen. De GGD heeft hiervoor het programma KinderrechtenNu voor groep 6, 7 en 8. Via een kringgesprek en een spel leren kinderen dat het normaal is om met elkaar over gevoelens en gedachten te spreken. En dat als ze ergens mee zitten, ze dit met een volwassene kunnen bespreken.