Opvoeding

“1 op de 8 ouders ervaart aanzienlijke tot ernstige opvoedingsproblemen”

Opvoeding

Opvoedingsbelasting en zorgen Opvoedingsbelasting is gemeten aan de hand van de verkorte versie van de Opvoedingsbelastingvragenlijst (OBVL-K) van Praktikon. Hieruit blijkt dat bijna 1 op de 4 ouders (enige) problemen ervaart bij het opvoeden. Ongeveer de helft (53%) van deze ouders ervaart aanzienlijke tot zeer ernstige problemen. Problemen bij de opvoeding wordt vooral ervaren in gezinnen met kinderen met een ernstige ziekte/beperking of met psychosociale problemen. Maar we zien dit ook vaker in gezinnen waar de ouders zelf kampen met problemen, zoals psychische problemen, conflicten, werkloosheid, moeite met rondkomen, (echt)scheiding en tijdgebrek. Ten opzichte van 2017 geven ouders minder vaak aan dat opvoeden lastig is door (echt)scheiding of geldgebrek.

Een meerderheid van de ouders (63%) maakt zich wel eens zorgen over hun kind. Zij maken zich het vaakst zorgen over faalangst (4- tot 12-jarigen) (19%), het gebruik van sociale media of computerspelletjes (4- tot 12-jarigen) (17%), eten (14%) en/of angst en onzekerheid (13%).

Bijna 1 op de 8 ouders is door de coronaperiode bezorgd over de ontwikkeling van de schoolprestaties van hun kind. Verder geeft 7% van de ouders aan dat zij bezorgd zijn over de sociale ontwikkeling van hun kind. Deze zorgen komen vaker voor bij ouders met oudere kinderen en bij gezinnen met een lage SES.

Mediaopvoeding Ruim de helft van de ouders van kinderen van 4 tot 12 jaar kijkt meestal of altijd mee wanneer hun kind op internet zit. Ouders van jongere kinderen kijken vaker mee dan ouders van oudere kinderen: van 70% bij kinderen van 4 tot 8 jaar tot 43% bij kinderen van 8 tot 12 jaar. 91% van alle ouders geeft aan dat zij meestal of altijd weten welke sites hun kind bezoekt. Ongeveer 67% praat met hun kind over wat zij op internet zien. Bijna 90% van de ouders weet meestal of altijd met wie hun kind contact heeft via sociale media. 1 op de 7 ouders geeft aan dat zij erop letten om het juiste voorbeeld te geven in hoe zij hun mediagebruik afwisselen met gezond bewegen. 42% probeert bewust hun mobiel of tablet zo weinig mogelijk te gebruiken als hun kind in de buurt is.

Hulp bij opvoeden De meeste ouders (90%) vinden dat zij voldoende hulp of steun van familie en vrienden krijgen. Meer ouders krijgen nu regelmatig of vaak informele hulp (32%) dan in 2017 (28%). Het percentage ouders dat meer hulp of steun wil (9%), is echter licht gestegen ten opzichte van 2017 (7%). Verder geeft 19% van de ouders aan dat zij in het afgelopen jaar behoefte hadden aan deskundige hulp bij de opvoeding. 13% van de ouders geeft aan dat zij de deskundige hulp ook hebben gekregen. Seksuele opvoeding Seksualiteit wordt als een essentieel onderdeel van een gezonde ontwikkeling van kinderen gezien [9]. Ouders spelen een cruciale rol bij de seksuele opvoeding van hun kind. Ouders hebben het vaakst met hun kind (4 tot 12 jaar) gesproken over verliefdheid, vriendschap en relaties en lichamelijke verschillen tussen jongens en meisjes (zie figuur). Naarmate kinderen ouder worden, hebben ouders vaker met hun kind gesproken over onderwerpen rondom seksualiteit. Van de ouders die niet over bepaalde onderwerpen rondom seksualiteit hebben gesproken met hun kind, is een groot deel dit nog wel van plan. Ten opzichte van 2017 zien we dat er iets meer ouders zijn die over tenminste één van deze onderwerpen hebben gesproken: 93% in 2017 en 96% in 2021.

Aan de slag Het bieden van steun bij ouderschap en opvoeding is geregeld in de Jeugdwet en de Wet publieke gezondheid (Wpg). Volgens deze wetten zijn gemeenten verantwoordelijk voor de gezondheid, veiligheid en welzijn van kinderen en jongeren. Zij moeten zorgen voor goede preventie, ondersteuning en hulp. Het Nederlands Jeugdinstituut heeft hiervoor het dossier Opvoeden en ouderschap samengesteld, met informatie voor beleidsmakers, professionals en ouders.

In de praktijk In de eerste 1.000 dagen, de periode vanaf de bevruchting tot de tweede verjaardag van een kind, wordt de basis gelegd voor een gezonde toekomst. In dit filmpje van de Gezonde Generatie wordt dit in 3 minuten uitgelegd. Hoe beter die basis is, hoe groter de kans op een gezond leven. Een programma waarbij de eerste 1.000 dagen van een kind centraal staan, is Kansrijke Start. Kansrijke Start doet een beroep op gemeenten en alle professionals in het sociale en medische domein om het belang van de eerste 1.000 dagen uit te dragen en er actief op in te zetten. In de regio Noord- en Oost-Gelderland werken diverse gemeenten met dit programma.