Gezondheid en welzijn
Ervaren gezondheid
Gezondheid is meer dan de afwezigheid van lichamelijke klachten. Een definitie opgesteld door Machteld Huber vanuit de positieve gezondheid is: “Het vermogen zich aan te passen en een eigen regie te voeren, in het licht van de fysieke, emotionele en sociale uitdagingen in het leven“.
De eigen ervaren gezondheid is een goede indicator voor de algehele gezondheidstoestand. Ongeveer twee derde (65%) van de jongvolwassenen ervaart zijn/haar eigen gezondheid als (zeer) goed. 8% ervaart zijn/haar eigen gezondheid als (zeer) slecht. De overige jongvolwassenen zeggen over hun gezondheid ‘gaat wel’. In 2019 was het aandeel jongvolwassenen dat zijn/haar eigen ervaren gezondheid als (zeer) goed ervaarde hoger dan in 2022 (78% in 2019 versus 65% in 2022). Vrouwen, 18-25-jarigen en lager opgeleiden geven minder vaak aan dat ze een (zeer) goede gezondheid hebben dan respectievelijk mannen, 16-17-jarigen en hoger opgeleiden
Psychische klachten
Psychische klachten worden gemeten met de MHI-5. Van de jongvolwassenen geeft de helft (49%) aan geen psychische klachten te ervaren. 43% heeft lichte tot matige psychische klachten en 8% heeft ernstige psychische klachten. Dit is een toename in psychische klachten ten opzichte van 2019, toen 71% van de jongvolwassenen geen psychische klachten ervaarde, 24% lichte tot matige psychische klachten had en 4% ernstige psychische klachten had. Vrouwen ervaren vaker psychische klachten dan mannen en 18-25-jarigen ervaren vaker psychische klachten dan 16-17-jarigen.
Stress
44% van de jongvolwassenen uit de regio geeft aan zich (heel) vaak gestrest te voelen door één of meerdere factoren. Meer vrouwen dan mannen voelen zich (heel) vaak gestrest (55% versus 32%). Vrouwen ervaren de meeste stress van studie of school, de eisen die zij aan zichzelf stellen en de combinatie van alles wat zij moeten doen. 18-25-jarigen ervaren meer stress (45%) dan 16-17-jarigen (38%). Zij ervaren vooral stress van studie of school, werk of bijbaan en alles wat zij moeten doen. In de regio Noord- en Oost-Gelderland ligt het aandeel jongvolwassenen dat zich (zeer) vaak gestrest voelt lager (44%) dan in Nederland (48%).
In de groepsinterviews gaven jongvolwassenen aan dat zij sinds het verdwijnen van de coronamaatregelen weer druk zijn met allerlei zaken, zoals school, stage, werk en sociale activiteiten. Ze willen graag alles doen én alles goed doen. Dit zorgt voor een volle planning, waarbij ze de lat hoog leggen (voor zichzelf) en daardoor stress ervaren.
Sporten en andere hobby’s kunnen zorgen voor ontlading en ontspanning. Daarnaast helpt praten met de juiste mensen en leuke activiteiten ondernemen om de stress te verminderen.
"Je wilt zoveel, dan wordt het eigenlijk net te veel. Dat is ook een beetje het probleem: je moet zo veel en je wil zo veel, en het wordt allemaal maar meer, en dan wil je het ook goed doen. Dan wordt het allemaal een beetje veel.”
“Zelf tekenen en knutselen vind ik heerlijk […] Maar ik heb er bijna geen tijd meer voor, en ik maak er ook geen tijd meer voor."
Slechts 12% van de jongvolwassenen gaf sociale media op als een oorzaak van stress. Uit de groepsinterviews kwam naar voren dat sociale media voor een deel van de jongvolwassenen vooral een verslechterend effect heeft op het welzijn op het moment dat zij al slecht in hun vel zitten.
Echter kwam ook naar voren dat jongvolwassenen (soms bewust) een positief stimulerende omgeving op sociale media creëren.
“Ik heb op een gegeven moment ook gezegd van nou, de mensen waar ik niet gelukkig van word, die ontvolg ik gewoon.”
Eenzaamheid
Langdurige eenzaamheid kan gevolgen hebben voor de ontwikkeling van jongvolwassenen. Van de jongvolwassenen voelt 28% zich sterk eenzaam. Lager opgeleiden voelen zich vaker sterk eenzaam (32%) dan hoger opgeleiden (24%) en vrouwen voelen zich vaker sterk eenzaam (30%) dan mannen (25%).
Eenzaamheid kan voor mentale problemen (laag zelfvertrouwen, depressieve klachten en suïcidale gedachten) zorgen. Daarnaast kan eenzaamheid ook zorgen voor gedragsproblemen (middelengebruik), lichamelijke problemen (stress) of maatschappelijke problemen (vroegtijdig schoolverlaten).
Gemeenten zouden volgens jongvolwassenen activiteiten kunnen organiseren om mensen te verbinden.
“Ik heb daar echt wel eens op gezocht [(sociale) activiteiten]. Ik weet ook wel dat het bij sommige gemeentes ook wel is. Maar ik kan nooit iets vinden waar ik aan mee zou kunnen doen en waarvan ik denk, dan kom ik wat contacten tegen en dan heb ik wat te doen.”
Veerkracht
Jongeren die veerkrachtig zijn, kunnen beter omgaan met problemen en negatieve invloeden. Ze kunnen ‘tegen een stootje’. Ruim de helft van de jongvolwassenen (54%) geeft aan snel te herstellen na een moeilijke periode; maar 31% vindt het moeilijk om zich door stressvolle gebeurtenissen heen te slaan.
Weerbaarheid
Weerbaarheid is de basis voor een goede mentale gezondheid. Weerbare jongvolwassenen hebben zelfvertrouwen en kunnen goed voor zichzelf opkomen, met respect voor anderen. Zij kunnen ook, al dan niet na een periode van experimenteren, gezonde keuzes maken ten aanzien van de eigen leefstijl. 81% van de jongvolwassenen vindt zichzelf voldoende weerbaar; in 2019 was dit nog 90%. Mannen geven vaker aan voldoende weerbaar te zijn (86%) dan vrouwen (75%).
Vertrouwen in de toekomst
Ondanks de coronacrisis en andere crises hebben jongvolwassenen vertrouwen in hun toekomst. Ruim 8 op de 10 jongvolwassenen (83%) geeft aan vertrouwen te hebben in zijn/haar toekomst. Hoger opgeleiden hebben vaker vertrouwen in hun eigen toekomst (85%) dan lager opgeleiden (80%) en mannen hebben vaker vertrouwen in hun eigen toekomst (85%) dan vrouwen (81%).
In de figuur hieronder is te zien waar jongvolwassenen zich de meeste zorgen om maken.
In de groepsinterviews kwamen de zorgen over het vinden van een woning naar boven.
“Ik heb veel vrienden die geen huis kunnen kopen omdat gewoon de huizenmarkt nu zo enorm moeilijk is, en ze een [studie]schuld hebben en we tegenwoordig ook rente moeten betalen op de schuld. Dus dat zijn wel dingen waarbij je wel merkt dat dat wel stress oplevert gewoon. Jongeren die weer naar huis moeten vanuit hun studie omdat ze gewoon nergens kunnen wonen of nog op hun kamertje zitten terwijl ze eigenlijk gewoon behoefte hebben aan een eigen appartement.”
Suïcidale gedachten
Van de jongvolwassenen in de regio heeft 34% in de afgelopen 12 maanden wel eens serieus nagedacht over suïcide. 7% dacht hier zelfs (heel) vaak aan. Vrouwen (37%) dachten hier vaker aan dan mannen (30%). Lager opgeleiden (40%) dachten hier vaker aan dan hoger opgeleiden (29%).
Bij iemand terecht kunnen
88% van de jongvolwassenen kan bij iemand terecht als hij/zij een probleem heeft of ergens mee zit.
Uit de groepsinterviews kwam naar voren dat voornamelijk vrienden belangrijk zijn voor steun en diepgaande gesprekken.
“Ik vind vrienden heel belangrijk; dat is toch voor mij wel de eerste stap waar ik toch wel mijn ei kwijt kan. Maar ook gewoon de gezelligheid opzoeken. Je kan aan de ene kant gewoon echt je hart luchten, van hier loop ik tegenaan of wat dan ook, maar aan de andere kant ook juist leuke herinneringen mee opbouwen, leuke uitstapjes mee maken”
Uit de groepsinterviews kwam naar voren dat hulp zowel uit de informele omgeving, zoals vrienden en familie, als formele omgeving kan komen. Het verschilt per jongvolwassene in hoeverre zij persoonlijk een drempel ervaren om professionele hulp te zoeken. Daarnaast spelen financiën en lange wachttijden een rol bij het zoeken van hulp.
“Ik merkte wel een drempel; maar niet zozeer van ik wil geen hulp, maar meer ik kan het nu zelf nog wel. Toen heb ik eigenlijk te lang gewacht met hulp zoeken en dan stuit je inderdaad op de wachtlijst van een half jaar tot een jaar. Voor mij was het financiële plaatje ook wel belangrijk, zeg maar. Dus dat creëerde wel een lastige situatie.”
Daarnaast is aan de jongvolwassenen in de groepsinterviews gevraagd wat zij zouden doen als zij bij de gemeente zouden werken. Zij geven aan dat zij toegang tot hulp voor jongeren makkelijker zouden maken, bijvoorbeeld door een duidelijker overzicht van beschikbare hulp te creëren. Ook vinden zij het belangrijk dat de gemeente meewerkt aan het verkorten van wachtlijsten en een betere samenwerking met en tussen (jeugd)zorgorganisaties.
Aan de slag
Website van het Trimbos-instituut over alcohol, tabak, drugs en mentale gezondheid. Hier vind je bijvoorbeeld de handreiking ‘Bevordering mentale gezondheid jeugd' voor gemeenten.
Preventief jeugdbeleid
De website van het Nederlands Jeugdinstituut (NJI) biedt onder andere een preventiematrix waarmee je inzichtelijk maakt wat er al gebeurt rondom preventie en waar het nog aan activiteiten ontbreekt. Ook ontwikkelden zij een kwaliteitskompas, dat handvatten geeft om preventief jeugdbeleid met impact te realiseren. Zij delen ook waardevolle inzichten over de samenwerking met jongeren en ouders hierbij.