Omvang problematiek
Psychosociale gezondheid middelbare scholieren (vmbo/havo/vwo)
In de regio Noord- en Oost-Gelderland heeft 68% van de middelbare scholieren een goede psychosociale gezondheid; 14% heeft een matig risico en 18% heeft een hoog risico op psychosociale problemen. Dit betekent dat er in de regio Noord- en Oost-Gelderland circa 8.700 jongeren van 12 tot en met 16 jaar met een hoog risico op psychosociale problemen zijn. In 2019 was dit aantal lager; toen waren dit ongeveer 6.500 middelbare scholieren (13%). Voor de leesbaarheid gebruiken we in het verdere rapport de term ‘psychosociale problemen’ in plaats van ‘een hoog risico op psychosociale problemen’.
Psychosociale problemen komen vaker voor bij meisjes dan bij jongens, vaker bij vmbo-leerlingen dan bij havo/vwo-leerlingen en vaker bij jongeren die niet bij beide ouders wonen dan bij jongeren die wel bij beide ouders wonen. Er is geen verschil in voorkomen tussen tweede- en vierdeklassers (zie figuur). Al deze factoren samengenomen laten zien dat het voorkomen van psychosociale problemen uiteenloopt van 9% bij jongens in klas 2 havo/vwo die bij beide ouders wonen tot 37% bij meisjes in klas 2 vmbo die niet bij beide ouders wonen.
Verschillen per gemeente Het aandeel middelbare scholieren met psychosociale problemen loopt uiteen van 13% in de gemeente Brummen tot 27% in de gemeente Elburg; zie de kaart.
Trend psychosociale problemen
Het aandeel middelbare scholieren met psychosociale problemen is tussen 2015 en 2021 toegenomen, van 9% naar 18% (zie figuur). Dit houdt in dat het aandeel middelbare scholieren met psychosociale problemen in zes jaar tijd verdubbeld is. Opvallend is dat het aandeel middelbare scholieren met psychosociale problemen tussen 2019 en 2021 harder is gestegen dan tussen 2015 en 2019. Deze snelle stijging vond plaats tijdens de coronapandemie, toen middelbare scholieren in Nederland te maken hadden met verschillende coronamaatregelen.
Trend per gemeente In alle gemeentes is het aandeel middelbare scholieren met psychosociale problemen tussen 2019 en 2021 toegenomen; met 1 procentpunt in de gemeente Nunspeet tot 12 procentpunt in de gemeente Elburg (zie kaart).
Wat zeggen de scholieren zelf? Vanuit de Regionale Kenniswerkplaats Jeugd Noord-Veluwe ging Romy Hilgeman in gesprek met scholieren over mentale gezondheid, veerkracht en weerbaarheid. Hier staat wat de scholieren vertelden. Deze resultaten zijn verzameld in maart 2021, tijdens de coronapandemie.
Geluk
Het grootste deel van de middelbare scholieren voelt zich meestal gelukkig; 77% van leerlingen op het praktijkonderwijs (PrO) en 78% van de leerlingen op het vmbo/havo/vwo gaf aan zich meestal (zeer) gelukkig te voelen. Een klein deel van de scholieren voelt zich meestal (zeer) ongelukkig: op het praktijkonderwijs 7% en op het vmbo/havo/vwo 6% (zie figuur).
Voor middelbare scholieren op het praktijkonderwijs wordt geluk als indicator voor mentale gezondheid gebruikt. In dit rapport wordt de samenhang beschreven tussen zich neutraal of (zeer) ongelukkig voelen en diverse factoren. Voor de leesbaarheid gebruiken we in het verdere rapport de term ‘voelt zich niet gelukkig’ in plaats van ‘voelt zich neutraal of (zeer) ongelukkig’.
Geluk op het praktijkonderwijs
Meisjes voelen zich vaker niet gelukkig dan jongens. Daarnaast voelen middelbare scholieren die niet bij beide ouders wonen zich vaker niet gelukkig dan degenen die wel bij beide ouders wonen (zie figuur).
Psychisch ongemak en psychische problemen
“De overgang van kind naar volwassene gaat gepaard met grote lichamelijke veranderingen, en die beïnvloeden het gedrag en het humeur. In deze levensfase is het opbouwen van een vriendenkring belangrijk; evenals het losmaken van ouders en het vergroten van de onafhankelijkheid van thuis; en het kiezen van een opleiding en werk. De periode wordt getypeerd door wisselende gevoelens, verlangens, verwachtingen, intimiteit en vooral het ontwikkelen van de identiteit. De sociale omgeving is belangrijk voor het ontwikkelen van het zelfbeeld en vertrouwen in de ander.
Adolescenten en jongvolwassenen kunnen wisselende stemmingen hebben, onzeker of angstig zijn. Dit wil niet zeggen dat ze een ‘psychische stoornis’ hebben; ze kunnen tijdelijk wat labiel of onzeker zijn. Dat hoort bij deze leeftijdsfase. Wanneer een jongere hierover praat met een volwassene die hij of zij vertrouwt, is de kans groot dat deze gevoelens tijdelijk zijn en plaats maken voor meer zelfvertrouwen en zelfkennis.” Monique l’Hoir, pedagoog