Gemeenten en onderwijs aan zet
Integrale aanpak
Door speerpunten in het gemeentelijk gezondheidsbeleid en schoolgezondheidsbeleid op elkaar af te stemmen kan meer gezondheidswinst worden bereikt. Door samen aan dezelfde doelen te werken in verschillende settings en door verschillende professionals worden gezondheidsboodschappen versterkt. Gemeenten zijn in de regie om in goed overleg te komen tot gezamenlijke doelen. Scholen en gemeenten zijn daarna samen aan zet om hier invulling aan te geven. De Handreiking bevordering mentale gezondheid jeugd biedt een concreet stappenplan om te komen tot een samenhangend en integraal beleid.
Op school
Scholen kunnen advies vragen aan hun Gezonde school adviseur. De Gezonde School-aanpak sluit aan bij wat school al doet aan gezondheidsbevordering en versterkt wat goed gaat. Deze aanpak maakt van losse activiteiten één geheel en zorgt ervoor dat er aandacht is voor beleid, educatie, signalering en doorverwijzen en een gezonde schoolomgeving. De Gezonde School aanpak is altijd op maat; scholen kunnen vragen stellen, advies vragen of samen werken naar een Gezonde School vignet, bijvoorbeeld op Welbevinden.
Collectieve aandacht voor mentaal welbevinden
De resultaten uit deze verdiepende analyses onderstrepen het belang van aandacht voor het verlagen van stress en vergroten van weerbaarheid voor alle jongeren. Programma’s die hier aandacht voor hebben zijn bijvoorbeeld:
- KinderrechtenNU; een gespreksmethodiek waarbij kinderen zelf aan het woord zijn en al op jonge leeftijd leren praten over gevoelens.
- THINK op school; een lessenreeks gericht op sociaal-emotionele ontwikkeling. Het probleemoplossend vermogen is het uitgangspunt waarbij leerlingen inzicht krijgen in: Gebeurtenis, Gedachten, Gevoelens, Gedrag en Gevolg (5G-model).
- Happyles; een lessenserie voor het versterken van de mentale gezondheid.
- Workshop Veerkracht van GGD Noord- en Oost-Gelderland; met aandacht voor het 5G-model, het onderzoeken van je kwaliteiten en de invloed van de omgeving en sociale media.
- Lessenserie Je brein de baas; om de mentale gezondheid van leerlingen op het voortgezet onderwijs te versterken. Tijdens, maar ook na de coronacrisis.
Ook het belang van structurele aandacht voor het tegengaan van pesten blijkt uit deze verdieping. Volgens de Wet veiligheid op school moeten scholen zorgen voor een sociaal veilige omgeving en moeten zij pesten tegengaan. Scholen voor primair en voortgezet onderwijs zijn verplicht een veiligheidsplan op te stellen. Er zijn diverse effectieve anti-pestprogramma’s beschikbaar. Goede scholing en training van onderwijspersoneel zijn belangrijk voor de veiligheid op school. Weerbare leerkrachten kunnen voorvallen op tijd signaleren en hier op een goede manier tegen in actie komen.
Online pesten tijdens de coronacrisis Na de eerste lockdown in 2020 is het aantal meldingen van online pesten bij de Kindertelefoon toegenomen van 3,7% tot 16,9%. Online pesten stopt nooit. Voor docenten en leerkrachten is het door online lessen moeilijker de sfeer in de groep te beïnvloeden en gebeurt er veel buiten hun gezichtsveld.
Signalering en doorverwijzing
Het is van belang dat leraren, mentoren en andere professionals op school risicofactoren en signalen voor psychische problemen bij jongeren tijdig herkennen. Door deze jongeren op tijd in beeld te krijgen, kan vroegtijdig worden doorverwezen naar een passend aanbod en kunnen ergere problemen worden voorkomen. Dit onderzoek laat zien dat psychische problemen relatief vaak voorkomen bij jongeren met bepaalde kenmerken. Het is van belang alert te zijn op deze kenmerken en/of hier navraag naar te doen.
De jeugdarts en jeugdverpleegkundige kunnen hierin een belangrijke rol spelen. Bij zorgen over een leerling op basis van signalen of zorgwekkend verzuim, kunnen zij met de leerling in gesprek gaan en beoordelen of hulp nodig is. De wegwijzer Rondom Jong kan helpen een beter beeld te krijgen van alle ketenpartners en de samenwerking te versterken. Deze werkvorm helpt ketenpartners om via ‘de reis’ van een jongere het netwerk rondom mentale gezondheid in kaart te brengen. Zo gaan ketenpartners samen na of alle stappen goed zijn ingericht, wat er nog ontbreekt en wat er beter kan en hoe elkaar goed te informeren. Op basis hiervan kunnen keuzes worden gemaakt voor een passend selectief en zorg aanbod.
Gemeentelijke ketenaanpak
Om beter zicht te krijgen op de keten van mentale gezondheid, wat er al gebeurt en waar nog aandacht nodig is, kunnen gemeenten gebruik maken van de Preventiematrix. Het invullen hiervan kan het gesprek tussen professionals vanuit gemeente en onderwijs ondersteunen en helpen de verbinding tussen onderwijs en jeugdhulp te versterken.
Het startpunt vanuit gemeenten voor het welbevinden en de sociaal-emotionele ontwikkeling van kinderen en jongeren ligt in de basistaken van de voorzieningen voor onderwijs, kinderopvang, jeugd- en jongerenwerk en vrijetijdsvoorzieningen. Daar moeten het pedagogisch klimaat, de sociale veiligheid en een positieve benadering aanwezig zijn. Gemeenten kunnen dit regelmatig onder de aandacht brengen bij en/of trainingen organiseren voor de professionals in hun gemeente die met jeugd en jongeren werken.
Ook binnen het jeugd- en jongerenwerk en vrijetijdsbesteding is het van belang dat professionals de risicofactoren en signalen voor psychische problemen bij jongeren tijdig herkennen. Dit onderzoek laat zien dat psychische problemen relatief vaak voorkomen bij jongeren met bepaalde kenmerken. Het is van belang alert te zijn op deze kenmerken en/of hier navraag naar te doen. De ondersteuningsstructuur moet helder zijn, zodat deze professionals weten waar ze terecht kunnen voor consultatie en eventuele doorverwijzing.
Gemeenten kunnen bijdragen aan de positieve ontwikkeling van mentale gezondheid door gevoelens zoals stress en ander psychisch ongemak te normaliseren, bespreekbaar te maken en te verwijzen naar betrouwbare informatie. Goede voorbeelden zijn MIND Young; een platform voor en door jongeren. MIND Young biedt informatie en herkenbare verhalen over alles wat met je MIND te maken heeft. Grip op je dip is een platform voor jongeren tussen de 16 en 25 jaar met depressieve klachten.
Daarnaast kan een aanbod worden ontwikkeld voor specifieke groepen die vaker psychische problemen hebben, zoals jonge mantelzorgers, kinderen van ouders met psychiatrische problematiek of een verslaving (KOPP/KOV).